Meensel Blues Festival Ontmoetingscentrum Meensel-Kiezegem (22-03-2008) reporter witte MVS & photo credits: Freddie © Rootsville 2008 |
---|
Alweer een jaar is voorbij gevlogen sinds ons laatste bezoek aan Meensel, ook ter ere van het festival toen, waarvoor kom je anders naar Meensel. Rudy, de bezieler en voorzitter van het festival, die mij verwelkomde aan de ingang, wist ook niet zo meteen een andere goeie reden te verzinnen.
SIZE MATTERS (B)
Size Matters, een driemans bluesrock formatie uit Landen mocht onze verkleumde gewrichten opwarmen. Ze fristen eveneens het collectieve geheugen op door enkele bluesstandards, die tabsgewijze courant bij Hal Leonard Publishing voorhanden zijn, aan de revue te laten passeren. “Crossroads”, “Key to the Highway”, “Route 66” en “Stormy Monday” zijn een kleine greep uit hun aanbod. Niets opzienbarends maar zeker en vast goed genoeg om een festival te openen. Iemand moet het doen nietwaar ? En als dat dan een band als deze mag zijn, zet iedereen het niet meteen op een loopje.
Zonder veel poespas zetten deze drie vrienden een goeie set neer en wisten het publiek te boeien. Naar het einde toe kregen we de, voor beginnende groepen, haast verplichte SRV-stijloefeningen ten gehore in de vorm van “Pride & Joy”, “Mary Had a Little Lamb” en “Texas Flood”. Een bandje gespeend van eigendunk maar met genoeg zelfvertrouwen om het op een podium voor blues afficionados aan te durven. Bravo voor de deugdelijke opening.
P VAN SANT & BAND (B)
Eindelijk heeft P. Van Sant zijn band (gevonden). Dat rijmelt. Tusk, want zo heet de band, heeft de sfeer die P. beoogde terdege opgesnoven. Dit klonk gewoon heel goed, rootsier kan haast niet, en steeds die alomtegenwoordige swampy feeling. We love it, don’t we ? Hij speelde voor ons een selectie uit drie van zijn CD’s, stuk voor stuk standards, klassiekers al reeds naar mijn gevoel. P. als steeds op zijn akoestische Larrivée.
De electrische slide overlatend aan zijn maat Dirk Lekenne van Tusk. “I’m a Believer” de prachtige ballad met de folky bridge, laat P. zijn kwaliteiten als Dylaneske balladeer de vrije loop. Drie nieuwe songs ook, “I’m a Survivor”, “The Point of No Return”, “Stick with You” en “Out of Time”, stik, dat zijn er vier ! Het sterke “No One Can Forgive But My Baby” van Tom Waits krijgt een extended play. Geneviève Dartevelle vervoegt Tusk om het van haar bekende stevige bluesharp-werk toe te voegen. De kleine Gen staat zoals steeds haar mannetje. Met “Ship of Fools” ‘you hate that job on a monday-morning’ waarin de dynamiek tussen akoestische ingetogenheid en electrisch geweld tenvolle uitgebuit wordt, en nog steeds met Gen op bluesharp, wordt de set van P. spijtig genoeg afgesloten. Slow down….
P. Vansant met nieuwe band (Tusk) was zeker de revelatie van het festival en komend seizoen wellicht. Santé, Sante.
KELLIE RUCKER (US) & THE GANG
Kellie Rucker & the Gang (The Hoodoogang zonder vocalist El Grande) is de volgende. Ik had me Kellie groter voorgesteld, maar eigenlijk is ze maar een Ruckertje. Ondanks haar geringe afmetingen in alle mogelijke richtingen, herbergt dit klein machientje een stevige rock-stem en genoeg longinhoud om de trillamelletjes van haar smoelschuiven danig te laten flapperen.
The (Hoodoo)Gang toont zich van zijn beste kant en danst naar de wensen van Kellie. Deze heeft al heel wat kilometers op de teller, ik schat ze vanachter in de veertig, maar daar heeft haar show niet onder te lijden. Ze vliegt er nog altijd goed in en haar libido lijkt ook nog in orde. Geen menopauzes bij deze Texaanse katjes, onze medewerker Michel weet er alles van. Het scheelde niet veel of hij zat backstage de trouwpartij te regelen. Een nerveuze set van onze Kellie. Al was het nog maar het tweede live-podium van the Hoodoogang met Ruckertje, konden ze haar toch bijgebeend houden. “Rock Me Baby”, “Blues Is Blues”, “Divin’ Duck”, “Tied Up Tied Down”, al deze nummers laten je verstaan dat up-tempo overheerste.
Eén devoot nummer,”Church of Texas” opgedragen aan haar moeder. En “Cook for You” opgedragen aan onze Michel. Hij kromp zowaar in mekaar, alsof zijn appendix gesprongen was. Stevige set van Kellie, en haar set bluesharpjes (Lee Oskar) heeft ze niet voor de show meegebracht…of juist wel natuurlijk. Ik bedoel dat ze er begot goed mee uit de voeten kan. Net een Texaanse Dartevelle. Acht op tien.
CHILLY WILLY (B) feat. Cora Lee, Genevieve aka Little Gene & Kellie Rucker
Door den Huibbe en zijn Chilly Willy uit te nodigen om de zaak in schoonheid te beëindigen, speelden de organisatoren van Meensel Blues op veilig. En dat mag natuurlijk. Vanaf het begin zat de vlam al in de pijp. Na de eeuwige opener “Mike Morgan” kregen we directement de Bo-Diddley-medley, ambiance verzekerd, zere gevolgd door “Tinaneenaneenanuu”, meezingen en in de brij roeren met de reuzelepel. De vrouwtjes van The Borderline waren in hun nopjes.
Chappie trok in zijn ijver zowaar een kabel van zijn bass over. Gelukkig kon hij een instrument lenen van Marc Pastis van Size Matters die nog aan ’t pinten pakken was in de zaal. De andere Chilly’s hebben niets naar de knoppen geholpen. De show groeide naar een climax. De polonaise was niet echt een groot succes, maar de sfeer zat er zo ook al genoeg in. En als denHuibbe dan nog eens drie gasten uitnodigde om zijn zeskoppige band te vervoegen, werd het podium ineens wat krap enwaren de microfoons ontoereikend. Gene Dartevelle op harp, Kellie Rucker (waarom stel ik mij vanalles voor bij die naam ?) vocals en harp en Cora Lee vocals.
Den Huibbe had van ’t slag niets meer te zeggen met drie vrouwen op de bühne. De finale werd een grandiose feest met een spetterende “New Orleans” en “Hip Shake”. De bisser werd Little Walter’s “Mellow Down Easy”. Straf. Maar niet eindeloos, helaas.
Mijn eerste festival van het seizoen was een knaller van belang. Een prachtige affiche en de volle inzet van alle muzikanten maakten er een groot feest van. En niet te vergeten natuurlijk het goede werk van het voluntariaat van de medewerkers en de organisatoren. Uitgebreid bravo en merçi, tot volgend jaar !!
witteMVS